STEAMER
(Eng.), m. (-s), stoomboot.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] stoomschip, stoomboot - Op stoomschepen maakten Europese emigranten in de 19de eeuw de oversteek naar de VS.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), (uitspr. E: stie’mer), stoomboot. En het oude land, het arme zwarte land dat dagelijks nog meer ontreddert! Allen vluchten, allen verlaten het zinkend wrak in grote steamers (Helman 1964: 49).- Etym.: E. Ook bij Couperus in ‘Noodlot’ (1890).
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. stoomboot; 2. stoomkoker; 3. stoomketel; by first steamer, met de eerste boot(gelegenheid).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: