steady
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] stabiel, stevig, vast; gestaag, regelmatig, bestendig - Zet die tafel even stevig. Hier heb je een paar bierviltjes. - De gestage groei van de economie hapert.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] stabiel, stevig, vast; gestaag, regelmatig, bestendig - Zet die tafel even stevig. Hier heb je een paar bierviltjes. - De gestage groei van de economie hapert.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. bestendig, vast, gestadig; geregeld, gelijkmatig; standvastig; oppassend, solide; kalm; steady!, kalm!; steady as she goes, koers houden!; II. 1. vastheid geven aan, vast, geregeld of bestendig maken; 2. kalmeren, tot bedaren brengen; steady your helm, houd je roer recht; III. steady oneself, zich steunen; IV. tot rust komen (ook: steady down)...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: