Wat is de betekenis van Statius?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Statius

PUBLIUS PAPINIUS —, Romeins episch dichter (± 40—96 n. Chr.) die in een epos (The'ba'is) de tocht van de Zeven tegen Thebe behandelde. Onvoltooid bleef zijn tweede epos, de Achüle'ïs, dat verhaalt van de jeugd van Achilles onder de dochters van Lycome'des, en zijn ontdekking door Odysse...

2025-07-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Statius

Zie Eustachius

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Stātĭus

1. ĭi, m. Caecilius Statius, uit Insubrië, blijspeldichter, jongere tijdgenoot van Ennius, gest. 168 v. C.2. ĭi, m. P. Papinius Statius, episch dichter uit de 1e eeuw na Chr.

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Statius

1° Caecilius, ➝ Caecilius (2°). 2° Publius Papinius, Romeinschdichter. * Ca. 45 n. Chr. te Napels, ✝ 96 n. Chr. te Rome. Uit een verarmd, ridderlijk docentengeslacht gesproten; in zijn litterairen kring tot beroemdheid gestegen en als leeraar gezocht. Twee heldendichten staan er op zijn naam. De Thebaïs, die de sagen van Thebe beha...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Statius

('sta:sius) (Publius Papinius) Romeins dichter, ° omstr. 45 en ✝ 96 te Napels : schreef o. a. Silvae. gelegenheidsgedichten, en het heldendicht Thebaïs, waarin hij de strijd tussen Oidipoes’ zonen verhaalt.

2025-07-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Statius

Statius (Publius Papinius), een Romeinsch dichter, geboren te Napels omstreeks het jaar 45 na Chr., ontving zijne opleiding te Rome, verwierf er als dichter en vleijer de gunst van keizer Domitianus en behaalde de overwinning in meer dan één dichterlijken wedstrijd. Later vertrok hij naar zijn landgoed bij Napels, waar hij omstreeks het jaar 96 ove...