Wat is de betekenis van STATIEUS?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STATIEUS

bn. bw. (...zer, meest—), pralend, sierlijk opgeschikt.

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Statieus

bn met staatsie (z.a.), staatsie makend, pralend, pronkend.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Statieus

pronkend, pralend, vol staatsie.

2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

statieus

staatsiemakend, pronkend, pralend.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

statieus

bn., bw.; statieuzer, -t; met, vol statie; pronkend, pralend, statelijk.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

statieus

(stasi'eus) bn. en bw. (...tieuzer, meest -) [staatsie] opgesierd, pronkend, pralend.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

statieus

statieus - pronkend, pralend, vol staatsie.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

STATIEUS

STATIEUS - bn. bw. (...zer, meest-), pralend, sierlijk, opgeschikt.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

statieus

statieus - bn. (statieuser, meest statieus), pralend, sierlijk, opgeschikt

Gerelateerde zoekopdrachten