Wat is de betekenis van stappers?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

stappers

1) (1931) (inf.) schoenen. Talrijke syn. in de volkstaal (vaak voor grote schoenen): baanders*; dauwtrappers*; kistjes*; kluitentrappers*; kustvaarders*; pattas*; roeiboten*; schuiten*; sigarenkistjes*; sluipers*; spatoes*; stampers*; stoomboten*; straatvreters*; torpedoboten*; trappers*; vioolkisten*; vliegdekschepen*. • Hij droeg fel-gele st...