stappers
1) (1931) (inf.) schoenen. Talrijke syn. in de volkstaal (vaak voor grote schoenen): baanders*; dauwtrappers*; kistjes*; kluitentrappers*; kustvaarders*; pattas*; roeiboten*; schuiten*; sigarenkistjes*; sluipers*; spatoes*; stampers*; stoomboten*; straatvreters*; torpedoboten*; trappers*; vioolkisten*; vliegdekschepen*. • Hij droeg fel-gele st...