Staphyléa bumálda DC
Japan; 2 m. In groeiwijze geheel afwijkend van de vorige soorten, een gedrongen groeiende struik vormend met sterk afstaande, grijs-bruine takken, aan de top eerst iets behaarde, later geheel kale, olijfgroene twijgen, aan de zonzijde iets bruin getint en 3-tallige bladeren, einde Mei-begin Juni bloeiend met kleine, witte bloemen in opstaande pluim...