STAPELTJE
o. (-s), kleine stapel ; (zegsw.) ik heb het (nl. geld) niet op stapeltjes liggen, ik ben niet rijk.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), kleine stapel ; (zegsw.) ik heb het (nl. geld) niet op stapeltjes liggen, ik ben niet rijk.
Wiktionary (2019)
stapeltje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord stapel
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: