Wat is de betekenis van stapelier?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAPELIER

bn. bw., (gew.) stapelgek. Ook stapelierum.

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

stapelier

(1922) (Ned. inf.) gek. Ook in de verbinding 'stapelierend gek'. • Naast A.B. stapelgek (-zot) komt dialektisch stapelerend gek resp. stapelierend gek voor (zie WNT s.v. stapelier (II), 2). WNT brengt stapelier en de volgens genoemd wdbk. daarnaast gevormde stapelierend en stapelerend met stapel als afkorting van stapelgek (-zot) in verband, d...

Gerelateerde zoekopdrachten