Wat is de betekenis van stand-up?

2025-07-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

stand-up

(zelfstandig naamwoord) [media] staander, staandertje - Toen prins Friso onder een lawine bedolven was geraakt, vertelde de NOS-verslaggeefster in een staandertje voor een verlaten Paleis Noordeinde wat de RVD op het Binnenhof over het ongeluk in Oostenrijk bekend had gemaakt.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stand-up

staand [v. boord]; a stand-up fight, 1. een geregeld gevecht; 2. een eerlijk gevecht.