Wat is de betekenis van stamlid?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAMLID

o. (...leden), lid van een stam, stamgenoot.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stamlid

stamlid - zelfstandig naamwoord uitspraak: stam-lid 1. iemand die bij een stam hoort ♢ bij deze overtreding wordt een stamlid uit de stam gestoten Zelfstandig naamwoord: stam-lid het stamlid ...

Gerelateerde zoekopdrachten