Wat is de betekenis van STAMDAG?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STAMDAG

m. (-en), dag waarop een samenkomst van stamgenoten wordt gehouden.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stamdag

m. -dagen; dag, waarop een samenkomst van stamgenoten wordt gehouden.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

stamdag

('stam) m. (-en) dag waarop stamgenoten samenkomen.

Gerelateerde zoekopdrachten