Stainer
1. bevlekker; 2. verver, schilder, beitser.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Jakob Stainer, Oostenrijks vioolbouwer, *vóór 1617 Absam (Tirol), ♰(?).11.1683 Absam. Stainer, die als de grootste vioolbouwer buiten Italië gold, leerde het vak waarschijnlijk te Innsbruck en bij N. Amati te Cremona of te Venetië. Hij werkte sinds 1666 te Absam.LITT. W. Senn, J. Stainer (1951).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Anthony Winkler Prins (1870)
Stainer (Jacob) of Steiner, een beroemd vervaardiger van snaar-instrumenten en geboren den 14den Julij 1621 te Absom bij Hall in Tyrol, was een leerling van Amati te Cremona. Hij had met veel tegenspoed te worstelen, zoodat hij in den beginne zijne violen voor 6 florijnen het stuk verkoopen moest. Wél benoemde aartshertog Leopold hem in 1669 tot ho...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: