Wat is de betekenis van spurt?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPURT

(Eng.), v., (sport) kortstondige inspanning, inz. bij het einde van een wedstrijd om de snelheid te vergroten.

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

spurt

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: sprint

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spurt

spurt - Zelfstandignaamwoord 1. snelle vooruitgang door een extra inspanning gedurende een korte tijd 2. (sport) sterke tempoverhoging gedurende een korte tijd om in een race andere deelnemers af te schudden spurt - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van spurten 2. gebiedenwijs van spurten Woordherkomst v...

2025-07-25
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Spurt

Spurt - (Eng.) het plotseling harder gaan rijden aan het eind van de wedstrijd met het oogmerk de tegenstanders voor te zijn. Zie ook sprint. Spurten de snelheid verhogen tijdens een gedeelte van de wedstrijd. Fr. sprinter. Eng. to spurt.

2025-07-25
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

spurt

spurt: sprint.

2025-07-25
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

spurt

Engels voor het plotseling harder gaan rijden aan het eind van de wedstrijd met het oogmerk de tegenstanders voor te zijn. Zie ook sprint. In de spurt voor de tiende plaats win ik vlot. (Robin Hannelore: Kampioen in een doodlopende straat. 1973) Parijs-Roubaix hoort een klassieker voor solisten te zijn. Een spurt in de Vélodröme heeft al iets ontl...

2025-07-25
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

spurt

→ sprint (2)

2025-07-25
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

spurt

(de; g.mv.) LO - kortstondige inspanning om (bij een wedstrijd) de snelheid te vergroten, syn. sprint (2): er de spurt in zetten, flink doorlopen

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Spurt

[Eng. = plotselinge uitstroming, straal] plotselinge krachtige inspanning tijdens een wedstrijd, meestal aan het einde daarvan.