SPURT
(Eng.), v., (sport) kortstondige inspanning, inz. bij het einde van een wedstrijd om de snelheid te vergroten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.), v., (sport) kortstondige inspanning, inz. bij het einde van een wedstrijd om de snelheid te vergroten.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
spurt - Zelfstandignaamwoord 1. snelle vooruitgang door een extra inspanning gedurende een korte tijd 2. (sport) sterke tempoverhoging gedurende een korte tijd om in een race andere deelnemers af te schudden spurt - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van spurten 2. gebiedenwijs van spurten Woordherkomst v...
Marc De Coster (2017)
Spurt - (Eng.) het plotseling harder gaan rijden aan het eind van de wedstrijd met het oogmerk de tegenstanders voor te zijn. Zie ook sprint. Spurten de snelheid verhogen tijdens een gedeelte van de wedstrijd. Fr. sprinter. Eng. to spurt.
Marc de Coster (2009)
Engels voor het plotseling harder gaan rijden aan het eind van de wedstrijd met het oogmerk de tegenstanders voor te zijn. Zie ook sprint. In de spurt voor de tiende plaats win ik vlot. (Robin Hannelore: Kampioen in een doodlopende straat. 1973) Parijs-Roubaix hoort een klassieker voor solisten te zijn. Een spurt in de Vélodröme heeft al iets ontl...
Jan Luitzen (2008)
(de; g.mv.) LO - kortstondige inspanning om (bij een wedstrijd) de snelheid te vergroten, syn. sprint (2): er de spurt in zetten, flink doorlopen
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng. = plotselinge uitstroming, straal] plotselinge krachtige inspanning tijdens een wedstrijd, meestal aan het einde daarvan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: