SPRANG
v. (-en), 1. (Zuidn.) sprang van een gaaipers, het ijzeren getakte bovenstuk aan de top van een gaaipers, waarop de gaaien of vogels zijn geplaatst. 2. spreng; waterader; bron waaruit men water aanvoert: de sprangen van een waterleiding; in de duinen zijn nieuwe sprangen voor de waterleiding gegraven.