Wat is de betekenis van spraken uit?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spraken uit

spraken uit - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van uitspreken ♢Wij spraken uit ♢Jullie spraken uit ♢Zij spraken uit Woordherkomst uit spraken (werkwoord) en uit(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan