Wat is de betekenis van SPOUWER?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPOUWER

m. (-s), spuwer; — spouwertje, kind dat kwijlt; (zegsw.) spouwertjes, houwertjes, kinderen die veel spuwen blijven in leven (ook spijers zijn dijers, spugers (spuwers) zijn bluvers (blijvers)).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spouwer

('spouwər) m. (-s) spuwer.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPOUWER

SPOUWER - m. (-s), spuwer.

Gerelateerde zoekopdrachten