SPOED
m., 1. snelle voortgang, snelheid van handelen: spoed maken; spoed! (op adressen) spoedig te bezorgen; er is spoed bij, het kan niet wachten; met spoed, spoedig; — (spr.) hoe meer haast, hoe minder spoed; haast en spoed of haastige spoed is zelden goed, door te veel overhaasting mist men veelal zijn d...