Wat is de betekenis van splitruiter?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPLITRUITER

m. (-s), (gew.) vrouw die schrijlings te paard zit.

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

splitruiter

(17e eeuw, vero.) hoer, vrouw van lichte zeden. 'Split' slaat hier op de vagina. Ruiter zinspeelt op het erotisch aspect van het 'rijden*'. • Splitruiter. Lichtekooi. (Anthonie Cornelis Oudemans: Woordenboek op de gedichten van G. Az. Bredero. 1857) • splitruter; schertsend voor een vrouwspersoon dat als een man te paard zit. Ook zooveel...

Gerelateerde zoekopdrachten