SPLITRUITER
m. (-s), (gew.) vrouw die schrijlings te paard zit.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw, vero.) hoer, vrouw van lichte zeden. 'Split' slaat hier op de vagina. Ruiter zinspeelt op het erotisch aspect van het 'rijden*'. • Splitruiter. Lichtekooi. (Anthonie Cornelis Oudemans: Woordenboek op de gedichten van G. Az. Bredero. 1857) • splitruter; schertsend voor een vrouwspersoon dat als een man te paard zit. Ook zooveel...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: