Spiraéa fastigiáta WALL
Himalaya; 1,4-2 m. Synoniem: S.amóena SPAETH, S.expánsa K.KOCH non WALL.. In bladvorm zeer veel op de vorige soort gelijkend, echter meer opgaand groeiend met bruin-rode, geheel ronde twijgen, die eerst dicht behaard, later geheel kaal zijn. Bladeren 3-7 cm lang, 12-30 mm breed, aan de onderzijde blijvend langs de nerven behaard, ei-lancetvormig...