Wat is de betekenis van SPIJKERVAST?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIJKERVAST

bn., 1. nagelvast, met spijkers vastgemaakt: wat spijkervast is, moet aan het huis blijven; 2. gierig.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spijkervast

adj., spiker-, neilfêst.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spijkervast

bn. (nagelvast, met strijkers bevestigd; fig. gierig): al wat spijkervast is, moet men bij verhuizing in het huis achterlaten.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spijkervast

bn. en bw. 1. met spijkers bevestigd : al wat is moet men bij verhuizing achterlaten. 2. gierig.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spijkervast

bn., 1. nagelvast, met spijkers vastgemaakt: wat — is, moet aan het huis blijven; 2. gierig.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPIJKERVAST

SPIJKERVAST - bn. nagelvast, met spijkers vastgemaakt : wat spijkervast is, moet aan het huis blijven; (fig.) gierig.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)