spijkert vast
spijkert vast - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspijkeren ♢ Jij spijkert vast 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastspijkeren ♢ Hij spijkert vast 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vastspijkeren ...