Wat is de betekenis van SPIJER?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIJER

m. (-s), blokje steen met gootje, onder de stuitnaden van natuurstenen afdekbanden, goten enz. aangebracht; aflaatpijp aan de daken van kerken en torens.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spijer

m. (-s; -tje) aflaatpijp aan de daken van kerken en torens.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spijer

m. (-s), waterspuwer.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPIJER

SPIJER - m. (-s), aflaatpijp aan de daken van kerken en torens. SPIJERTJE, o. (-s).