SPIJBELAAR
m. (-s), jongen die spijbelt.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die spijbelt. iemand die spijbelt; iemand die niet aanwezig is in de les omdat hij daar geen zin in heeft. Voorbeelden: Dit voorjaar gaven [...] vijf leerlingen van het CIOS in Heerenveen op kosten van minister Pronk sportlessen in de woonoorden van Kaapstad. Bedoeling was spijbelaars terug naar de scholen te lokken, zoals ook...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
spijbelaar - Zelfstandignaamwoord 1. (onderwijs) iemand die spijbelt Woordherkomst Naamwoord van handeling van spijbelen met het achtervoegsel -aar
Muiswerk Educatief (2017)
spijbelaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: spij-be-laar 1. iemand die niet naar school gaat, terwijl hij daar wel zou moeten zijn ♢ spijbelaars worden opgespoord door de gemeente Zelfstandig naamwoord: spij-be-laar ...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: