Wat is de betekenis van Spiessburger, spiesser?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Spiessburger, spiesser

(Hd.), persoon met bekrompen, kleinburgerlijke opvattingen (oorspr. een burger die in oorlogstijd te voet, met een speer diende, tgov. de rijkeren die met een paard opkwamen); — als bnw. hierbij spiessbürgerlich.

Gerelateerde zoekopdrachten