Wat is de betekenis van Sperren, versperren?

2025-07-22
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Sperren, versperren

denom. van spar; letterlijk: met een spar den weg afsluiten. Sperren verkreeg zoo de bet. van sluiten; dus opensperren (bijv. den muil) = opensluiten, openen.