SPEKPEN
v. (-nen),(zeem.) 1. pen waaraan spek gestoken en in de snertketel gehangen wordt; 2. (scherts.) lang, mager persoon.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-nen),(zeem.) 1. pen waaraan spek gestoken en in de snertketel gehangen wordt; 2. (scherts.) lang, mager persoon.
Marc De Coster (2020-2025)
(1919) (zeem.) (scheldw.) lange, magere matroos. Eigenlijk: een pen waaraan het rantsoen spek werd gehangen. Voor het eerst als bijnaam in de Alkmaarsche courant (28/04/1919). • Nu hadden zij zicht op het podium waar zij al aanstonds een buitenmodel dikke Juffer aan de kassa zagen zitten. — Is dat effe wat? grinnikte Bram naar zijn pass...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
(zeemanstaal) lange, magere matroos. Eigenlijk: een pen waaraan het rantsoen spek werd gehangen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: