spekhals, speknek
(19e eeuw) (scheldw.) dikke hals; iemand met een vette hals; vandaar: patser. De Leeuwarders dragen niet alleen de spotnaam van ‘galgenlappers’, ze worden ook wel ‘speknekken’ genoemd. • Spekhals, m. (...zen), (fig.) dikke -, vette hals. -, m. en v. die een vetten hals heeft. (I.M. Calisch en N.S. Calisch: Nieuw woorden...