Speken
I. SPEKEN (smeekte, heeft gespeekt), een speek in een rad steken. II. SPEKEN (speekte, heeft gespeekt),(Zuidn.) spuwen.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. SPEKEN (smeekte, heeft gespeekt), een speek in een rad steken. II. SPEKEN (speekte, heeft gespeekt),(Zuidn.) spuwen.
Walter De Clerck (1981)
Spugen, spuwen; ook: braken. Men zegt van hem dat hij een vlieg tegen het plafond kan speken. Dat hij eens speekte naar een mus op het dak van zijn smis, en die mus viel er toen af, OP DE BEECK 1947, 45. Baken plant de spade in de hoop omgegraven aarde, en speekt in zijn handen, TEIRLINCK 1952, 1, 146. Een mus kwam op twee meter van hen af in het...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: