Wat is de betekenis van speet?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEET

v. (speten), stokje, pen waaraan stukjes paling, bokking enz. geregen worden.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

speet

speet - Werkwoord 1. onpersoonlijke verleden tijd van spijten speet - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van speten 2. gebiedenwijs van speten

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Speet

palingpen

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

speet

v. speten (taai twijgje, pen, waaraan paling, bokking enz. geregen wordt).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

speet

(spe:t) v. (speten; -je) [nieuw enk. gevormd naast speten, mv. en speetje, vklw. van spit] 1. hout om iets aan te rijgen nl. a. twijgje waaraan men eetwaren, inz. gerookte of gedroogde vis rijgt: paling aan een steken. b. roede waaraan de kaarsenmaker een aantal pitsnoeren rijgt. 2. spaan: een -je boter,

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

speet

v./m. (speten), klein spit.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPEET

SPEET - v. (speten), werktuig om te spitten, spaan; — wat afgespeet is (b. v. afgespete boter); stokje, pen waaraan paling, bokking enz. geregen wordt.

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Speet

Speet, v. (speten), werktuig om te spitten, spaan; wat afgespeet is (b.v. afgespete boter); klein spit. *-AAL, *-JES-AAL, m. (...alen), aal die aan het spit gebraden wordt, braadaal. *-JE, (B. -N), o. (-s).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

Speet

sax . j. spit. Swijn-spleet, kneuel-speet. j. swijn-spriet, kneuel-spriet.