Wat is de betekenis van speentje?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEENTJE

o. (-s).

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

speentje

(1858) (Barg.) beursje, portemonnee. Zie ook: een speentje trekken. • Daar leerde ik feberen (schrijven) en van Appie hoe men een speentje (knipje) oksenaar (horlogie) of spinnekop (doekspeld) handelen (stelen) moet. (Conrad Jacobus Nicolaüs Nieuwenhuis: Mijn verblijf in de gemeenschappelijke en afgezonderde gevangenis. 1858) • (Pau...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

speentje

speentje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord speen

2025-07-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

speentje

(zn) voorraadkast HP.