SPEENTJE
o. (-s).
Marc De Coster (2020-2025)
(1858) (Barg.) beursje, portemonnee. Zie ook: een speentje trekken. • Daar leerde ik feberen (schrijven) en van Appie hoe men een speentje (knipje) oksenaar (horlogie) of spinnekop (doekspeld) handelen (stelen) moet. (Conrad Jacobus Nicolaüs Nieuwenhuis: Mijn verblijf in de gemeenschappelijke en afgezonderde gevangenis. 1858) • (Pau...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
speentje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord speen
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: