SPEELSCH
SPEELSCH - bn. bw. (-er, meest-), geneigd tot spelen, dartelen : de speelsche jeugd; — tochtig (van dieren). SPEELSCHHEID, v. geneigdheid tot spel; dartelheid; tochtigheid (van dieren).
J.H. van Dale (1898)
SPEELSCH - bn. bw. (-er, meest-), geneigd tot spelen, dartelen : de speelsche jeugd; — tochtig (van dieren). SPEELSCHHEID, v. geneigdheid tot spel; dartelheid; tochtigheid (van dieren).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Speelsch, bn. en bijw. geneigd tot spelen, - tot dartelen; togtig (van dieren). *-HEID, v. gmv. geneigdheid tot spel; dartelheid; togtigheid (van dieren).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: