Wat is de betekenis van speelkaart?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPEELKAART

v. (-en), kaart van een gezelschapsspel, inz. van een kaartspel.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

speelkaart

speelkaart - Zelfstandignaamwoord 1. een kartonnen of plastic kaart uit een kaartspel, om mee te spelen Woordherkomst samenstelling van speel(werkwoord) en kaart Verwante begrippen aas, boer, vrouw, heer, schoppen, ruiten, harten, klaveren, joker

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Speelkaart

s., spylkaert.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

speelkaart

v. speelkaarten (kaart van een gezelschapsspel; een der kaarten van een kaartspel): Franse speelkaarten.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

speelkaart

('spe:l) v. (-en) kaart om een of ander spel te spelen.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

speelkaart

v./m. (-en), kaart van een gezelschapsspel, m.n. van een kaartspel. (e) De oudste Chinese en Japanse kaartspelen telden 78 of 52 verschillende kaarten; van deze is het spel met 52 (4 x 13) bladen het sterkst in Europa verbreid. De Chinezen en Japanners beschilderden houten blokjes met figuren; de Italianen stukjes leder in goud en kleuren. De toepa...

2025-07-29
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)