SPEECH
(Eng.), v. (-es), redevoering, toespraak,toost: een speech afsteken.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] toespraak(je), rede(voering) - De premier houdt zijn langverwachte rede volgende week vrijdag. - Rutte lanceerde geen wilde vergezichten in zijn toespraak. - De daden staan haaks op vele prachtige redevoeringen en geschriften rond Kerstmis.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
speech - Zelfstandignaamwoord 1. redevoering, toespraak, rede, mondelinge voordracht in het openbaar ♢ De speeches van Obama zijn wereldberoemd. speech - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speechen ♢ Ik speech 2. g...
Muiswerk Educatief (2017)
speech - zelfstandig naamwoord uitspraak: spietsj 1. woorden waarmee je een groep mensen iets vertelt ♢ op de bruiloft van zijn dochter hield mijnheer Pilkes een prachtige speech Zelfstandig naamwoord: spietsj de speech ...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1. spraak, taal; 2. rede(voering), toespraak; free speech, het vrije woord; King's (Queen’s) Speech, speech from the throne, troonrede.
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
spraak; speech center, spraakcentrum; echo speech, echolalia ; scanning speech, scandinerende spraak.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: