Wat is de betekenis van SPARAPPEL?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPARAPPEL

m. (-s), vrucht van de sparreboom.

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sparappel

s., spar.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sparappel

m. (-en, -s) appel, kegel van de spar.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sparappel

m. (-s), vrucht van de spar.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SPARAPPEL

SPARAPPEL - m. (-s), vrucht van den sparreboom.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten