Wat is de betekenis van Spanriem?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPANRIEM

m. (-en), (schoenm.) riem waarmee een schoenmaker zijn werk op de knie vastspant.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spanriem

s., spanriem.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spanriem

m. spanriemen (riem v. d. schoenmaker, om de schoen op de knie vast te zetten): Z.-N. iem. van de spanriem geven, een pak slaag.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

spanriem

m. (-en) riem waarmede de schoenmaker zijn werk op de knie vastspant.

2025-07-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Spanriem

Spanriem, m. (-en), (schoenm.). *...RUPS, v. (-en), (nat. gesch.). *...RUPSVLINDER, m. (-s), (nat. gesch.). *...SEL, o. (-s), dat gespannen is of bespannen wordt.

Gerelateerde zoekopdrachten