Wat is de betekenis van spanling?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPANLING

m., (Barg.) oog.

2025-07-22
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

spanling

oog.

2025-07-22
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

spanling

spanling - o., (argot) oog.

Gerelateerde zoekopdrachten