Wat is de betekenis van spankeren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPANKEREN

(spankerde, is en heeft gespankerd), (volkst.) hard weglopen, vluchten; — lopen.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

spankeren

(19e eeuw) (Barg.) hard (weg)lopen; wandelen. Volgens Endt (Bargoens Wdb.) vooral Noordhollands. Syn.: aan de stutten trekken*, de kuierlatten nemen*, de rennerd nemen*, de spat erin zetten*. • Spankeren, (barg.), hard wegloopen. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Dan spanke...

2025-07-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

spankeren

(etym.?) (BP), (hard) lopen, weghollen: Hein kan nu niet hard spankeren. Hij zit gebogen op de zak, zijn lichaam trilt en zijn kop doet pijn, MENS1 106.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Spankeren

(Barg.) hard weglopen.

2025-07-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

spankeren

hard weglopen; vluchten. Hij spankert die deur uit.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spankeren

spankerde, i., h. gespankerd ([hard] lopen): eeuwig, wat kon ze spankeren! gmz.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Spankeren

Ned. dorp in de gemeente ➝Rheden.

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

spankeren

spankeren - (argot) hard wegloopen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Spankeren

dorp, gem. Rheden, Gelderl., te midden van buitenverblijven, 300 inw.