Spanjas
(1929) (spot.) Spanjaard. Syn.: Spanjool*. • De „Spanjas", die de zachte hand van Smits op zijn hoofd had voelen neerkomen bleef twee weken in het hospitaal wegens „hersenschudding". (Bataviaasch nieuwsblad, 13/04/1929) • Ziet u, toen wij nabij Gibraltar waren, toen wisten wij natuurlijk wel dat het in Spanje hommeles was, ma...