Wat is de betekenis van Sopor?

2025-07-24
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Sopor

(m.), verdoving, versuffing. Ook bewusteloosheid waaruit iemand slechts door sterke prikkels kan worden gewekt

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sopor

slaap; bewusteloosheid

2025-07-24
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Sopor

Lat. voor een ernstige verdoving van het bewustzijn, welke tussen een diepe slaap en bewusteloosheid in ligt; een soporeuze patiënt reageert nog wel op krachtig aanspreken maar wordt niet wakker.

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Sŏpŏr

ōris, m. 1. vaste, diepe slaap; bij dichters = slaap in ’t alg.: praegn., doodslaap, perpetuum, Hor. 2. meton., bedwelming; stompzinnigheid; slaapdrank.

2025-07-24
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

sopor

sopor, diepe slaap, verdoving; bijv. nw. soporose, soporous; soporiferous, soporific, slaapverwekkend.

2025-07-24
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

sopor

m. slapende toestand; slaapdronkenheid.

2025-07-24
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Sopor

verdooving, slaapzucht; een sterkere graad van bewustzijnsstoornis, waarbij de lijder alleen door sterke prikkels is te wekken (zie ook Somnolentie).

2025-07-24
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Sopor

(Lat.), diepe slaap, verdooving waaruit de lijder slechts tijdelijk, door sterke prikkels, kan worden gewekt; hooge graad van somnolentie, minder diepe bewusteloosheid dan coma; bijv. nw. soporeus.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Sópor

(Lat.), diepe slaap, verdoving, waaruit de lijder slechts tijdelijk, door sterke prikkels, kan worden gewekt; hoge graad van somnolentie, minder diepe bewusteloosheid dan coma; bijv. nw. soporeus.