Sopor
(m.), verdoving, versuffing. Ook bewusteloosheid waaruit iemand slechts door sterke prikkels kan worden gewekt
L.J.M. Bogaert (2007)
(m.), verdoving, versuffing. Ook bewusteloosheid waaruit iemand slechts door sterke prikkels kan worden gewekt
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Lat. voor een ernstige verdoving van het bewustzijn, welke tussen een diepe slaap en bewusteloosheid in ligt; een soporeuze patiënt reageert nog wel op krachtig aanspreken maar wordt niet wakker.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ōris, m. 1. vaste, diepe slaap; bij dichters = slaap in ’t alg.: praegn., doodslaap, perpetuum, Hor. 2. meton., bedwelming; stompzinnigheid; slaapdrank.
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
sopor, diepe slaap, verdoving; bijv. nw. soporose, soporous; soporiferous, soporific, slaapverwekkend.
Dr. Ch. Bles (1929)
verdooving, slaapzucht; een sterkere graad van bewustzijnsstoornis, waarbij de lijder alleen door sterke prikkels is te wekken (zie ook Somnolentie).
Herman Pinkhof (1923)
(Lat.), diepe slaap, verdooving waaruit de lijder slechts tijdelijk, door sterke prikkels, kan worden gewekt; hooge graad van somnolentie, minder diepe bewusteloosheid dan coma; bijv. nw. soporeus.
dr. H. Pinkhof (1923)
(Lat.), diepe slaap, verdoving, waaruit de lijder slechts tijdelijk, door sterke prikkels, kan worden gewekt; hoge graad van somnolentie, minder diepe bewusteloosheid dan coma; bijv. nw. soporeus.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: