Wat is de betekenis van sommeer?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sommeer

sommeer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sommeren ♢ Ik sommeer 2. gebiedende wijs van sommeren sommeer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sommeren sommeer je?

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sommeer

gesommeer, geregtelik aanmaan; dagvaar; opeis.