SOFA
(<Arab.), v. (-’s), gestoffeerde rustbank met rugleuning; ook wel: canapé.
Wiktionary (2019)
sofa - Zelfstandignaamwoord 1. (meubel) een gestoffeerde zitbank met een rugleuning ♢ Het kind had per ongeluk cola over de gloednieuwe sofa gegooid. Zie ook sofà, sofá
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
sofa - zelfstandig naamwoord uitspraak: so-fa 1. bank met rugleuning die met stof bekleed is ♢ vader deed een dutje op de sofa Zelfstandig naamwoord: so-fa de sofa de sofa's ...
Fink (1998)
Wijst meestal op herinneringen die in de tegenwoordige tijd of het verleden omgezet kunnen worden. Samen met de sofa uit de pronkkamer van de grootmoeder verschijnt mogelijk een bijna vergeten jeugdvriend; misschien ook een voorwerp waarvan men dacht dat men het verloren had.
Getty Research Institute (1990)
sofa - Lange, beklede zitbanken met een rugleuning en twee armleuningen; worden hoofdzakelijk gebruikt om op te zitten en niet om op te liggen. Te onderscheiden van 'rustbanken (sofa's)', die een ruggensteun aan één kant hebben en die voornamelijk worden gebruikt om op te liggen en niet om op te zitten. Tussen de termen...
Jan Durdik en anderen (1970)
(v. Arab. soeffah. verhoging bekleed met tapijten en kussens), ook canapé à la turquoise genaamd; brede, rondom gestoffeerde canapé die in het midden van de 18de eeuw in zwang kwam, in analogie met de turquerieënrage. De zijleuningen zijn naar buiten gekruld, de rug is doorgaans hoger en vertoont bij sommige stijlen een we...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: