Wat is de betekenis van soes?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOES

I. v. (...zen), SOESJE, o. (-s), luchtig hol gebak, inz. bestemd om gevuld te worden, vooral met room. II. m. (...zen), 1. dommel, sufferige of slaperige toestand: hij is in de soes; een soes aan hebben, een weinig bedwelmd zijn; 2. suffer, slaapmuts.

2025-07-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

soes

Het begrip soes heeft 2 verschillende betekenissen: 1) gebakje. luchtig, zacht gebakje, gewoonlijk min of meer in de vorm van een halve bol, met een vulling van bv. room of kaas. 2) dommel. toestand waarin men soest; lichte slaap; dommel.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

soes

(1993) (motorrijders) bijnaam van Suzuki. • (Freek Andriesse & Hans Meulenbroek: Motortaal. Zakwoordenboek voor de motorrijder. 1993)

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

soes

soes - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m) (voeding) luchtig, hol gebak, vaak gevuld met slagroom|(slag)room 2. (m) een slaperige toestand soes - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van soezen ♢ Ik soes 2. gebiedende wijs van soezen ...

2025-07-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

soes

slag, stoot, klap In 1955 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. • Met een lenig hupsje stond hij in de goot, gaf mij met zijn eeltige handje een soes om m’n kop en beloofde mij: ‘Dalijk spreik ik je nog wel, klaan sekreit!’ ¶ Piet Bakker, Jeugd in de Pijp (1948), p. 55

2025-07-25
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Soes

Soes - een dronken soes: een zatladder. Zie oliebol.

2025-07-25
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

soes

Gebak van kookdeeg (= soezenbeslag), dat gevuld kan worden met slagroom, crème of banketbakkersroom (= gele room).

2025-07-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Soes

Soes is tofelemoon, Bargoens van veehandelaars. Voor verklaring, zie citaat: ‘Soes,’ antwoordde ik, ‘dat betekent paard. Bittere soezie, dat is paardebitter.’ ‘Wat zegje?’ Ze had niet eens door dat het narrisjkat was. Vader had het geintje gemaakt. En hij had het over de uitdrukking ‘Soes is tofelemoon’. In de veehandel zeiden ze dat, als een paard...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

soes

oorspanning; sufheid; loomheid; gesoes, suf, slaap.