Wat is de betekenis van SNUIVER?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNUIVER

m. (-s), 1. iem. die duidelijk hoorbaar door de neus ademt; evenzo een paard; 2. iem. die snuiftabak gebruikt; 3. ben. voor de griet (Rhonibus vulgaris); 4. lichte bries, zachte wind; 5. zuiger in een schoorsteen, smuiger; 6. kleine keuken, stookhok, inz. buiten het huis.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snuiver

s., snuver.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snuiver

m.(-s ;-tje) 1. Eig. hij die snuift. 2. Metf. lange metalen slang waardoor een duikboot onder water lucht voor de dieselmotoren van boven de wateroppervlakte aanzuigt.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNUIVER

SNUIVER - m. (-s), iem. die duidelijk hoorbaar door den neus ademt; evenzoo een paard; iem. die snuiftabak gebruikt; — (bouwk.) schuin luchtgat. SNUIVERTJE, o. (-s), kleine snuiver; — kleine keuken, stookhok, inz. buiten het huis; (zeew.) lichte bries, zachte wind.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)