Wat is de betekenis van snugger?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNUGGER

bn. bw. (-der, -st), schrander, bevattelijk: een snuggere knaap; iets snugger opmerken; — vaak ironisch: een snuggere opmerking maken; — hij is niet van de snuggersten, niet erg bij.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

snugger

snugger - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: snug-ger 1. wie het vlug snapt en snel reageert ♢ dat joch is een buitengewoon snugger mannetje Bijvoeglijk naamwoord: snug-ger ... is snuggerder dan ... ...

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

snugger

skrander, wakker.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snugger

adj. & adv., snoad, skrander, elf, skerp, tûk; aardig —, net sa snotterich; hij is niet al te —, hy is net al to erch, hy is de erchste net, hy is net alto alto, hy is goed (foar him) hinne.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snugger

bn., bw.; snuggerder, snuggerst (wakker, levendig,vlug, schrander): e. snugger ventje; die knecht ziet er niet snugger uit; snugger antwoorden.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snugger

('snuggər) bn. en bw. (-der, -st) schrander, vlug, bijdehand : een -e knaap; antwoorden.

2025-07-27
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Snugger

afl. van een w.w., waarvan de wt. snug (met bijvormen snig, snik) „glad zijn” bet.; vgl. ’t Hgd. schniegeln : de haren gladstrijken. Snugger beantwoordt dus in fig. zin aan ons glad; een gladde vent. — De bijvorm komt voor in ons snik; „hij is niet goed snik".

2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

snugger

snugger bn. 'schrander' categorie: waarschijnlijk substraatwoord Vnnl. snoggher, snuggher 'sierlijk, bevallig; schrander, bijdehand' (met de indicatie "Hollands") [1599; Kil.], 't galmen ... van boll' of snoggre snaer 'het luid klinken van dikke of fijne (dunne) snaar' [1627; iWNT], Waar d'oogen snogger kyken...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNUGGER

SNUGGER - bn. bw. (-der, -st), levendig, schrander, bijdehand : een snuggere knaap, snugger antwoorden. SNUGGERHEID, v. levendigheid, schranderheid.