Wat is de betekenis van snow?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

snow

(1970) (< Eng.) (drugs) heroïne; cocaïne of morfine. Zie ook: sneeuw*. • Van „hard drugs", die lichamelijk afhankelijkheid veroorzaakt als „O" (opium), heroïne en morfine (opiaten) moet de nieuwe roker evenmin iets hebben als van “yellow jackets", „Roof balls" (barbituraten, slaapmiddelen). „pep-...

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

snow

I. sneeuw; snows, sneeuw; sneeuwvelden; II. (neer)sneeuwen; III. besneeuwen, uitstrooien; snow in, insneeuwen; be snowed under, onder de sneeuw bedolven raken (zijn); overstelpt worden [met]; snow up, onder-, insneeuwen.

2025-07-25
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

snow

sneeuw; carbondioxydes. koolzuursneeuw: snow blindness, sneeuwblindheid.