snotpegel
(1929) (inf.) snotneus. Kijk ook onder pegel*. • … in zijn linkerhand houdt hij een doodskop, aan zijn neus hangt een lange snotpegel van ijs. (Tilburgsche courant, 13/02/1929) • Snotbriebel, znw. 1 ) Snotpegel. Veeg je snotbriebel of joon. 2 ) Als scheldwoord, snotneus. (Gert Karsten: Het dialect van Drechterland. 1931) • &...