Wat is de betekenis van SNOTOLF?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNOTOLF

m. (...ven), familie van vraatzuchtige roofvissen, waarvan de buikvinnen aan de keel zitten en tot een zuigschijf vergroeid zijn; de dikke slijmerige huid heeft zeven overlangse rijen van beenknopjes; inz. de Cyclopterus lumpus, die tot 1 m lang kan worden.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Snotolf

(snottolf) vraatzuchtige roofvis

2025-07-24
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

SNOTOLF

→ Zeevissen.

2025-07-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SNOTOLF

(Fr.: roasfisk). Plompe zeevis. In het voorjaar in de paaitijd wel in de Waddenzee aan te treffen. Vroeger veel jongen tussen de zeegrasvegetatie.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snotolf

m. snotolven (vraatzuchtige zee-roofvis, zeeduivel; Lat. lophius piscatorius).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snotolf

('snot) m. (...olven) [snot + (w)olf] Dierk. zeeduivel.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Snotolf

Snotolf - Cyclopterus lampus, visch uit de familie der Snotolven (Cyclopteridae). Lichaam plomp, met beenige knobbels bezet, kop afgestompt, buikvinnen tot een rondachtige, onbewegelijke zuigschijf vergroeid, twee rugvinnen, waarvan de voorste in de huid verborgen is. Rug en bovenzijde donkergrijs, onderzijde vuilwit. In den paaitijd zijn de mannet...

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNOTOLF

SNOTOLF - m. (...ven), eene familie van vraatzuchtige roofvisschen, waarvan de buikvinnen aan de keel zitten en tot een zuigschijf vergroeid zijn; de dikke slijmerige huid heeft zeven overlangsche rijen van beenknopjes: inz. de cyclopterus lumpus, die kan tot 1 M. lang worden. SNOTOLFJE, o. (*s).

Gerelateerde zoekopdrachten