SNOTAAP
m. (...apen), snotjongen.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
onvolwassene. iemand die te jong is om al ernstig genomen te worden, en die zich vaak bovendien nog onvolwassen gedraagt. Voorbeelden: Mijn vage kennis is een veel te intelligent en beschaafd iemand om zich thuis te voelen tussen zo'n stelletje zuipende, brallende en kotsende snotapen, die bezig zijn, zich te ontwikkelen tot jon...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
snotaap - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) (pejoratief) snotneus Woordherkomst samenstelling van snot en aap Synoniemen bengel, blaag, rekel, vlegel, snotneus, rakker Verwante begrippen straatbengel
Marc de Coster (2007)
kwajongen, bengel; jeugdig persoon die zich met zaken van volwassenen wil bemoeien. Eigenlijk ‘een jongen die zijn neus niet kan schoonhouden’. Twentse scholieren gebruikten eind twintigste eeuw het scheldwoord snotkever.Zoo’n snotaap! (Het Volk, 16/10/1910) Kom met die boot terug, snotaap! (Johan Fabricius, Flipje, 1936)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: