snort
snort - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren ♢ Jij snort 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren ♢ Hij snort 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van snorren ♢ snort!
Wiktionary (2019)
snort - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren ♢ Jij snort 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snorren ♢ Hij snort 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van snorren ♢ snort!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. snuiven, briesen, proesten, ronken [v. machine]; II. in: snort out, uitproesten; briesen; III. gesnuif.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: