SNORHAAR
o. (...haren), 1. haar van een snor; 2. ben. voor de harde en stijve tastharen die bij vele zoogdieren in de omgeving van de mond voorkomen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (...haren), 1. haar van een snor; 2. ben. voor de harde en stijve tastharen die bij vele zoogdieren in de omgeving van de mond voorkomen.
Muiswerk Educatief (2017)
snorhaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: snor-haar 1. lange, uitstekende haar, die bij de mond groeit ♢ de poes tast de omgeving af met haar snorharen Zelfstandig naamwoord: snor-haar de snorhaar ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
snorhaar - Een van de lange uitstekende haren of stekels die bij de mond van een dier groeien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: